Interview Ronald Rijnders, forensisch psychiater, door Emma Driessen
Inleiding
Waarom is het thema isolatie zo belangrijk voor u?
Mijn carrière is eigenlijk begonnen met een aantal piketpaaltjes die mede door de Johannes Wier Stichting zijn geslagen. Tijdens mijn opleiding psychiatrie werd ik gevraagd om onderzoek te doen naar ex-militairen in Marokko, die jarenlang onder erbarmelijke omstandigheden gevangen hadden gezeten. Dat onderzoek, uitgevoerd met steun van de JWS en Amnesty International, confronteerde mij met de diepgaande psychische gevolgen van langdurige isolatie. Het was een kantelpunt: ik begreep toen hoe fundamenteel traumatisering is voor de psychiatrie. Dit heeft een belangrijke rol gespeeld in mijn loopbaan als arts en psychiater. Ik ben vereerd dat ik mijn ervaringen mag delen op het JWS-symposium.
Hoe heeft u in uw werk met isolatie met isolatie te maken gehad?
In mijn loopbaan heb ik isolatie in verschillende contexten meegemaakt. In de reguliere GGZ kwam het vroeger veel voor, de laatste jaren gelukkig steeds minder. Bij Centrum ’45 werkte ik met getraumatiseerde vluchtelingen, waar ik de impact van de Nederlandse asielprocedure, met tergend langzame bureaucratie en slechte lichamelijke en psychische opvang op hun psychisch welzijn zag. Later, in het Pieter Baan Centrum, kwam ik in aanraking met isolatie binnen het forensisch werkveld. Isolatie wordt daar soms toegepast bij ernstige psychiatrische ontregeling, maar ik heb me altijd ingezet om dat zo kort en humaan mogelijk te houden. En dat lukt ook wel.
Kunt u een voorbeeld geven van isolatie die u als problematisch ervaart?
In vreemdelingendetentie zijn er schrijnende voorbeelden van mensen die maandenlang in een isolatiecel zaten, puur omdat ze weigerden in een meerpersoonscel geplaatst te worden. Deze mensen hebben geen strafbaar feit gepleegd, maar worden toch onder detentieomstandigheden geplaatst die nauwelijks verschillen van reguliere gevangenissen. Dit is niet te verteren. Isolatie in deze context is disproportioneel en schadelijk.
Wat zijn volgens u de gevolgen van langdurige isolatie?
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat langdurige detentie lichamelijke en psychologische schade oplevert. Isolatie versterkt dat nog eens: mensen zitten in een kale cel, zonder tv, soms zonder matras overdag, zonder visuele of akoestische oriëntatiepunten, overgeleverd aan hun eigen mijmeringen en mogelijke traumatische herinneringen. Zeker bij vluchtelingen, die al eerdere detenties hebben meegemaakt in hun land van herkomst, is dat destructief.
Hoe kijkt u aan tegen de rol van psychiaters of gedragsdeskundigen bij het beoordelen van isolatie?
Dat is een ethisch dilemma. Als psychiater of gedragsdeskundige word je gevraagd om te beoordelen of de isolatie voortgezet mag worden. Maar daarmee kun je ook impliciet de maatregel legitimeren. Sommigen zeggen: ‘als ik kan adviseren om het te verkorten, doe ik iets goeds’. Anderen vinden dat je je niet moet laten gebruiken om een schadelijke maatregel in stand te houden. Het blijft een spanningsveld.
Hoe zouden we idealiter met isolatie om moeten gaan?
Isolatie moet medisch noodzakelijk zijn, zo kort mogelijk duren en gepaard gaan met frequent menselijk contact. Het mag nooit een strafmaatregel zijn. Er zijn alternatieven: beperkingen in privileges, individuele begeleiding, aangepaste dagprogramma’s. Maar sociale contacten, luchtmomenten en toegang tot persoonlijke spullen moeten gewaarborgd blijven. Zeker bij vreemdelingendetentie, denk ik aan veel vrijere omstandigheden; zoals overdag naar buiten kunnen, zelf koken en telefoneren.
Welke veranderingen zijn nodig om dat te bereiken?
Er lijkt een zwaluw gesignaleerd: er is beweging binnen de Dienst Justitiële Inrichtingen. Er wordt in toenemende mate kritisch gekeken naar isolatiecelplaatsingen en er zijn signalen dat men deze wil beperken. Dat is hoopvol. Maar er is ook een structureel probleem: personeelstekorten en beperkte opleiding van bewaarders in combinatie met de complexe problematiek waarmee het personeel te maken krijgt kan leiden tot miscommunicatie en conflicten. Niet uit onwil, maar uit onmacht. Het hiërarchische systeem maakt dat conflicten kunnen uitmonden in isolatie, je krijgt een selffulfilling prophecy. Dat moet beter: betere scholing, meer reflectie en meer ruimte voor medemenselijkheid. Durf te kijken naar alternatieven. Er zijn genoeg manieren om grenzen te stellen zonder mensen sociaal en fysiek te isoleren. En vooral: besef dat vreemdelingendetentie niet gaat om mensen die verdacht worden van een misdrijf! Dat maakt isolatie in die context des te schrijnender.
Slotwoord
Ronald Rijnders laat in dit interview zien dat isolatie in detentie geen neutrale maatregel is, maar ingrijpend is en vraagt om zorgvuldige afweging en menselijkheid. Zijn jarenlange ervaring binnen de psychiatrie onderstrepen hoe kwetsbaarheden, trauma’s en systeemfouten samenkomen in context van detentie. Juist daarom is het van groot belang dat professionals, beleidsmakers en maatschappelijke organisaties zoals de JWS met elkaar in gesprek blijven over alternatieven, ethische aspecten en proportionaliteit. Want zoals Rijnders stelt: “We moeten ons de vraag stellen of je mensen bij wijze van straf wel in isolatie zou moeten zetten.” Het symposium biedt gelegenheid om deze vraag gezamenlijk te onderzoeken en om te blijven pleiten voor een menswaardige benadering van mensen in detentie.